Vaccinatie van dieren tegen HPAI…
De Europese Commissie maakte vorige week nieuwe regels bekend onder de Europese Diergezondheidswet om de vaccinatie van dieren tegen de ernstigste dierziekten in de lidstaten te harmoniseren.
Deze aanpassing maakt deel uit van een poging om de grootste vogelgriepepidemie tot nu toe in de Europese Unie te bestrijden.
Vogelgriep is een zeer besmettelijke virusziekte die vooral pluimvee en wilde watervogels treft. Er zijn twee virusstammen: hoog- en laagpathogene virussen, respectievelijk bekend als HPAI en LPAI.
Vorig jaar werd Europa getroffen door de ergste uitbraak van vogelgriep tot nu toe. De uitbraken en de nodige maatregelen om ze te bestrijden vormen een serieuze bedreiging voor de pluimveehouderij en onze duivensport.Het laatste kwartaalrapport van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) somt een ongekend aantal uitbraken op tussen oktober 2021 en september 2022 in 37 Europese landen, waarbij 50 miljoen pluimvee en vogels in getroffen faciliteiten omkwamen. Het virus heeft het afgelopen jaar ook grote schade aangericht in de Verenigde Staten en is momenteel in opmars in Zuid-Amerika en delen van Azië. Het virus wordt lang niet alleen bij vogels aangetroffen, maar wordt sinds kort ook vaker bij een groot aantal land- en zeezoogdieren aangetroffen.
Daarom wordt bestaande Europese regelgeving aangepast om de meest ernstige vorm van vogelgriep, HPAI, aan te pakken. Waar het voorheen verboden was, mogen de lidstaten nu, onder zeer strikte voorwaarden, dierlijke vaccins gebruiken (zowel door mensen geboren als wilde, terrestrische en aquatische vaccins, inclusief alle vogelsoorten) om HPAI te voorkomen en te bestrijden. De bijgewerkte wetgeving treedt op 12 maart in werking en is geschreven in overeenstemming met de internationale normen van de Wereldorganisatie voor diergezondheid (WOAH, voorheen OIE).
Volgens een verklaring van de Europese Commissie is dit om ervoor te zorgen dat het veilige verkeer van dieren en producten van boerderijen en gebieden waar vaccinatie heeft plaatsgevonden, kan worden hervat.
Tijdens de ergste golf van uitbraken in de recente geschiedenis van de Europese Unie zei Stella Kyriakides, commissaris voor Gezondheid en Voedselveiligheid, dat “het bestrijden van de vogelgriep is een van onze topprioriteiten”. “Deze uitbraken veroorzaken enorme schade aan de landbouwsector en belemmeren de handel”, legde ze uit in een verklaring.
AVEC, de vertegenwoordiger van de Europese pluimvee-industrie, verwelkomt de overgang naar een gemeenschappelijk EU-kader voor vaccinatie. Zonder vaccinatie wordt het steeds moeilijker om de verspreiding van HPAI onder controle te krijgen. Ze waarschuwen echter dat vaccinatie niet de enige oplossing kan zijn voor alle vogelgriepproblemen. Adequate surveillance na vaccinatie is nog steeds vereist om uitbraken op pluimveehouderijen te beheersen.
Er is momenteel geen goedgekeurd vogelgriepvaccin dat kan worden gebruikt bij pluimvee en vogels. Onderzoek en proeven zijn momenteel aan de gang in Frankrijk en Nederland. Met de nieuwe wetgeving stelt de Europese Commissie de lidstaten nu al in staat om snel een vaccin in te zetten om ernstige uitbraken op hun grondgebied in te dammen in toekomstige noodsituaties.
Vaccinatieprogramma en risicobeoordeling
Goedgekeurde vaccins tegen aviaire influenza mogen in de toekomst alleen door de lidstaten worden gebruikt als onderdeel van een officieel vaccinatieprogramma. Vóór vaccinatie moeten de lidstaten elkaar en de Europese Commissie informeren.
Bovendien zal het gebruik van het vaccin altijd onder toezicht staan van een officiële dierenarts die de distributie en toediening van het vaccin zal controleren.
Aangezien vaccinatie in bepaalde omstandigheden een geschikt middel kan zijn om een ziekte als aviaire influenza onder controle te krijgen of uit te roeien, maar in andere niet, en aangezien het gebruik ervan soms negatieve gevolgen kan hebben (bv. voor de handel), moeten de lidstaten een risicobeoordeling uitvoeren voordat ze mogen vaccineren.
De risicobeoordeling die aan een vaccinatieprogramma tegen HPAI voorafgaat, omvat daarom ook een economische beoordeling, inclusief een kosten-batenanalyse en de identificatie van de impact op de ziektevrijheid van de betrokken lidstaat en de handelsbeperkingen die derde landen of gebieden kunnen opleggen als een gevolg van de vaccinatie.
De Europese Commissie zal deze beoordeling in elk afzonderlijk geval uitvoeren.
Deze beperking op het gebruik van vaccins tegen aviaire influenza geldt overigens niet voor vaccins tegen de ziekte van Newcastle (de zogenaamde “pseudo vogelgriep”). Vaccinatie tegen de ziekte van Newcastle is al verplicht voor verplaatsingen van vogels binnen de Europese Unie en voor invoer in de Unie vanuit derde landen. Deze praktijk is veilig en effectief gebleken bij het voorkomen van de ziekte van Newcastle en wordt zonder aanvullende beperkingen gehandhaafd.
De lidstaten kunnen twee soorten vaccinatieprogramma's tegen aviaire influenza uitvoeren: noodvaccinatie en preventieve vaccinatie.
Noodvaccinatie bij uitbraken
Er zullen twee geografische zones, een vaccinatiezone en een peri-vaccinatiezone, worden ingesteld als onderdeel van noodvaccinatie voor een bepaalde periode (vergelijkbaar met de bewakings- en beschermingszones die al zijn ingesteld voor de huidige HPAI-uitbraken), met verscherpt klinisch en laboratoriumtoezicht om de effectiviteit van de vaccinatie te evalueren en eventuele nieuwe uitbraken binnen de zones te identificeren.
Indien de zones zich op het grondgebied van verschillende lidstaten bevinden, werken de bevoegde autoriteiten samen bij het instellen ervan.
De bevoegde autoriteit mag noodvaccinaties uitvoeren in zowel getroffen als niet-getroffen inrichtingen. Deze inrichtingen bevinden zich meestal in de beperkingszones, maar kunnen ook buiten deze zones gelegen zijn.
Afhankelijk van de situatie kunnen verschillende noodvaccinatiestrategieën worden gebruikt. Vaccinatie op getroffen bedrijven waar de gevaccineerde dieren worden gedood, wordt beschouwd als onderdrukkende noodvaccinatie. Noodvaccinatie kan ook worden uitgevoerd om de verspreiding van de ziekte te voorkomen bij dierpopulaties die aan de infectie zijn blootgesteld en die worden gehouden op bedrijven waar de ziekte nog niet is vermoed of bevestigd. In dat geval kunnen de dieren onder speciale voorwaarden worden gedood of in leven worden gehouden.
Noodvaccinatie kan ook worden uitgevoerd bij wilde dieren als het risico van verspreiding van de ziekte in gehouden of wilde dierenpopulaties dit vereist.
Voor de verplaatsing van dieren binnen de vaccinatiezones moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan en moet de verplaatsing worden goedgekeurd door de bevoegde autoriteit. Elke verplaatsing naar het buitenland moet nog vergezeld gaan van een officieel diergezondheidscertificaat afgegeven door de overheid.
Preventieve vaccinatie
Om de verspreiding van aviaire influenza te voorkomen of mogelijke verliezen en de noodzaak van drastische ziektebestrijdingsmaatregelen te voorkomen, kunnen de lidstaten onder strikte voorwaarden ook besluiten om bepaalde bedrijven preventief te vaccineren, zelfs als de ziekte niet in een land of zone voorkomt .
Gevolgen voor de duivensport en -handel
De goedkeuring van vaccinatie tegen aviaire influenza zou mogelijk een oplossing kunnen bieden voor de talrijke problemen die momenteel bestaan voor de voortzetting van de duivensport op het Europese continent en de internationale handel in postduiven. Veel hangt echter af van hoe de wetgeving in de toekomst in de praktijk zal worden uitgevoerd, welke handelsafspraken Europese lidstaten kunnen maken met derde landen voor de export van pluimvee en in gevangenschap levende vogels, en in hoeverre vaccins een effectief middel blijken te zijn om de verspreiding van HPAI onder pluimvee en in gevangenschap levende vogels tegen te gaan.
Om deze redenen overlegt het Veterinair Comité van de FCI (Fédération Colombophiles International) momenteel met de Europese Commissie en WOAH om de Europese wetgeving en internationale normen beter af te stemmen op de duivensport en -handel.
Die: www.pipa.be